Haaaaai iedereen, zoals beloofd een apart verhaal over Fraser Island
(aboriginals noemen het K'gari). We zijn met een tour van Dropbear Adventures mee gegaan en de gids weet echt alles van het eiland.
De trip begon al goed: halverwege stopte de motor van onze 4WD (jeep) ermee en moesten we een uur wachten op een nieuwe... Het weer was gelukkig heerlijk en we hadden een frisbee bij, dus die
hebben we gebruikt om de tijd te doden.
Vervolgens door naar de ferry en het eiland op! Nadat we onze spullen gedropt hadden in het kamp (2 persoons tenten en algemene ruimte), reden we door naar Lake Wabby. Een groen meer, tussen
duinen. Het verhaal gaat dat er vroeger een aboriginal man was die het meer zo goed veilig kon houden voor de stam, dat de goden hem een plek als geest hadden aangeboden. Hij moest tot zijn middel
in het meer gaan staan, en toen veranderde zijn onderste helft in een vis. Iedereen die het meer op wat voor manier dan ook onteerd, wordt door deze geest naar de bodem getrokken. Vandaar dat de
aboriginals die op het eiland wonen nog steeds niet in Lake Wabby zwemmen. Wij zijn er echter gewoon ingesprongen, en hebben genoten van het heerlijke water. We zijn toen ook nog naar het
uitkijkpunt gelopen, en dat was schitterend (foto's komen nog).
Dag 2 begon heel goed: om 6 uur opstaan om de zonsopgang te zien. Na het ontbijt waren er kleine vliegtuigen op het strand. K'gari en een strand in Schotland zijn de enige plekken op de wereld
waarop je met een vliegtuig mag opstijgen en landen op het strand. Die kans konden we natuurlijk niet laten liggen, en de vlucht was echt geweldig! We konden zelfs een baby-walvis zien zwemmen met
zijn mama. Na de vlucht zijn we zo ver mogelijk naar het noorden van het eiland gereden als we konden, naar de champagne pools. Dit zijn rotsformaties die dichtbij het strand liggen, en inkomende
golven schuimen. Daardoor lijkt de rots gevuld met champagne, super vet! Daarna zijn we naar Indian head (Tuckee) gereden. Deze klif heeft een gruwelijke geschiedenis, die ook te maken heeft met de
naam Fraser Island:
Kapitein Fraser liet schepen zinken voor mensen, zodat ze geld konden innen van de verzekering. Dit keer voer hij net voorbij het eiland toen hij weer een schip liet zinken en samen met de
bemanning en zijn vrouw Eliza en genoeg provisie voor 4 maanden landde ze veilig op het eiland. Aboriginals kwamen vragen of ze hulp nodig hadden, maar dit sloegen ze af. De helft van de bemanning
(8 man) ging door naar Brisbane om hulp te halen. Omdat ze wisten van de provisie, had de reddingsmissie geen haast. Na 10 maanden kwam de missie pas op gang. Ondertussen, op het eiland, gingen er
steeds meer mensen dood van de honger, waaronder kapitein Fraser. De aboriginals kwamen nogmaals hun hulp aanbieden en dit keer namen de overgebleven 4 mannen en Eliza het wel aan. Ze werden
opgenomen in de stam en zo overleefde ze deze lange tijd. Uiteindelijk zijn ze opgehaald en veilig naar Brisbane gebracht. Eliza besloot om een verhaal te schrijven over het eiland en de behulpzame
aboriginals, alleen het boek sloeg niet aan. Niemand wilde een verhaal lezen over behulpzame zwarte mensen. Dus Eliza schreef 2 nieuwe versies, waarin ze vertelde dat ze gevangen was genomen door
de aboriginals en gebruikt was als slaven. Dit verhaal sloeg wel aan en als herdenking aan kapitein Fraser, kreeg het eiland de naam Fraser Island.
Verder was er ook veel bos op het eiland en houthakken zorgde voor werk. De witte mensen gingen naar het eiland om hout te halen, maar de aboriginals vochten terug om het eiland te behouden. Samen
met het verhaal van Eliza, besloot de regering van Queensland om alle aboriginals te vermoorden op het eiland. Dit deden ze door strategisch alle 300 aboriginals naar 1 punt op het eiland te
brengen: Indian Head, de klif. Daar zijn ze 1 voor 1 vanaf geduwd en dus verdronken. Mocht iemand de val overleven, dan werd diegene dood geschoten met een geweer.
Dus dat is echt een heel heftig verhaal bij een ontzettend mooie plek. Vanaf de klif kun je langs het strand kijken en we hebben zelfs schildpadden, walvissen, haaien en roggen gezien. Toch geeft
de plek je wel rillingen als je aan dat verhaal denkt.
Toen zijn we weer verder gereden naar de Maheno, een schipwrak dat aan de kust ligt. Dit was ooit het een na snelste passagiersschip op de wereld (alleen de Titanic was sneller). Het schip was
gestrand gedurende een storm en later gebombardeerd door het Australische leger als oefening voor de tweede wereldoorlog. Het ziet er dus niet bepaalt meer zo uit als toen het nog rondvoer, maar
het maakt nog steeds indruk! Daarna zijn we naar Eli Creek gereden. Dit is een beekje dat 11 kilometer in het eiland begint. Al het regenwater dat op het grofweg 120x40 km grote eiland valt komt
namelijk samen in een ondergrondse waterbron. Het regenwater doet daar 400 jaar over en is daarom enorm lang gefilterd en super schoon. Al dit water moet ergens weer het eiland uit, en dat gebeurt
via beekjes zoals Eli Creek. Je kan daar heerlijk in het beekje gaan liggen en je word vanzelf naar zee vervoerd, heerlijk! Hier hebben we ook filmpjes van gemaakt, maar deze zullen we voor jullie
bewaren tot als we thuis zijn ;) In de avond hebben we naar de sterren gekeken, aangezien er geen lichtvervuiling is kun je de Melkweg en alle sterren enorm goed zien! Onze gids had een laser, en
zo hebben we verschillende sterrenbeelden gezien en bij behorende verhalen gehoord. Ook was er nog iets magisch. Als je de moonwalk doet op het strand, en je dus eigenlijk gewoon zand verplaatst
dichtbij zee, dan kan je kleine lichtjes zien in het zand. De lichtjes zijn Glow-in-the-dark plankton, dat licht absorberen gedurende de dag en dit binnen een paar seconden laten zien wanneer ze in
het donker uit het zand komen. Het ziet er echt schitterend uit!
Op dag 3 zijn we heel vroeg naar Lake Mckenzie gegaan, het mooiste meer op het eiland. Er zit aluminium in de bodem, en dat trekt al het vuil uit het water. Hierdoor is het meer super helder en
schitterend. Over 100 jaar zal al het aluminium gereageerd hebben, en wordt het meer groenig. Wij hadden gezorgd dat we om 7:15 in de auto zaten, waardoor we rond 8:30 bij het meer waren. Maar goed
ook, want om 9:30 komende de andere tours opdagen en dan heb je binnen een paar minuten 300 man in het meer. Omdat we zo vroeg waren, hadden wij het hele meer voor onszelf! Vervolgens zijn we naar
central station geweest, wat het kloppende hart van het eiland was gedurende de tijd dat er veel bomen werden gekapt op het eiland. Alle bomen werden via treintjes getransporteerd op het eiland, en
kwamen samen bij central station om vervolgens van het eiland af gevoerd te worden. Hier hebben we een rondwandeling gedaan, en toen was het alweer tijd om terug te gaan richting Noosa. Op de
terugweg heeft Rowin nog over Rainbow Beach mogen rijden, wat vele mooie foto's heeft opgeleverd (maar die volgen later).
Liefs en knuffels vanuit Aussi,
Rowin en Rick